Skip to main content

“Ik wil wel eens onderzoek doen naar hoeveel koffie ze drinken”, zegt Mabel. “Ik denk wel vier koppen per leraar. Behalve onze meester Maikel. Die drinkt er denk ik twee”.Ella IJsseling is 12 en ze gaat volgend jaar naar de middelbare school. Ze woont met haar vader, moeder, broertje en zusje in Den Burg. Haar oudere broer woont al op zichzelf. Mabel Kosse is 11. Ze woont ook in Den Burg, samen met haar vader, haar moeder, hond Vano en de cavia’s Choco en Choco. Ze wijst naar haar mok en grinnikt. We drinken warme chocolademelk aan de lange tafel op de eerst verdieping van de Skool, de koffiekamer van de meesters en juffen.

“Nee!”, zegt Ella en ze kijkt er vies bij. “Hij drinkt er wel zes! Dat zei hij zelf”. Mabel kijkt geschokt. “Dan drinken ze allemaal misschien wel zes kopjes. Ik ga een koffiekopjesschema maken. En dan ga ik dat hier ophangen en dan kunnen de meesters en de juffen dat invullen”. “Dat kan ik wel op mijn Chromebook doen”, zegt Ella. “En dan zet ik er plaatjes bij”.

Schommels delen

Ella en Mabel zitten in de bovenbouw van De Kompasschool, bij meester Michael. Ze hebben een fijne klas vinden ze. “Maar soms is het wel jammer dat onze school niet zo groot is”, vindt Ella. “Met gym bijvoorbeeld, dan is het best saai” Mabel is blij dat ze een rustige klas hebben. “Het is rustiger dan de Jozefschool. Daar zitten meer kinderen in één klas”, zegt ze. “Al kunnen wij ook wel geluid maken, vooral als onze meester er niet is”, zegt Ella en ze lacht. Ze hebben het naar hun zin op de Skool, al zijn sommige dingen anders dan ze zich hadden voorgesteld. “Ik dacht bijvoorbeeld dat we samen met de andere kinderen zouden buitenspelen. Maar wij hebben samen pauze met Stella Maris en dan is het schoolplein in tweeën gedeeld, dan hebben we ieder ons eigen stuk. Dus dat is nog hetzelfde als op de oude school. En dat vind ik wel jammer. Want ik word ouder en dan zie je meer dat de anderen best klein zijn”. Mabel vindt het niet zo erg. Ze vindt het wel fijn dat ze met hun eigen school buiten zijn. Maar wat ze wel jammer vindt, is dat ze de schommels moeten delen. “Eerst hadden we de schommels de hele dag, maar dat was niet zo leuk voor de kinderen van Stella Maris, dus toen kregen zij meer tijd. Ik hoop dat dat weer verandert, want het is eerlijker als we allemaal evenveel tijd krijgen”, vindt ze. Dat is Ella niet met haar eens. Ze schudt haar hoofd. “Ze zijn met meer. Als we evenveel tijd krijgen, moeten zij heel lang wachten bij de schommels. Dat is dus niet zo eerlijk”.

Denken in oplossingen

Mabel zit in de kinderraad. Tijdens de open dag gaf ze rondleidingen, samen met de andere leden. “Dat was heel leuk. Ik hoefde niet zoveel te zeggen, de mensen gingen zelf op verkenning. Ik zei natuurlijk wel Hallo, hier is dus de Jozefschool. Maar de rest ging vanzelf. We denken ook na over dingen en dan denken we in oplossingen”. Ella bedenkt meteen zo’n oplossing: “Er moeten minimaal twee of drie prullenbakken komen op het plein en die moeten één keer per week geleegd worden. Want nu moeten we afval mee naar binnen nemen. En dan doet niet iedereen, dus er is vaak troep.” Mabel knikt instemmend. “Nu liggen er bijvoorbeeld best lang blikjes op het schoolplein. Dat moet wel iets vaker worden opgeruimd”. “Nog iets vaker als het waait”, vult Ella aan. “En de afvalbakken moeten een zwaar deksel hebben, want anders waaien ze open en dan helpt het niet”.

Tennisballenregel

Over verbeteringen gesproken: Mabel vindt dat de trampoline beter moet. Ze wil graag een gewone trampoline, zo één waar je diep in kunt springen, een hele grote. Ella is bang dat het niet zo veilig is voor de kleine kinderen. Maar volgens Mabel kan het best, als er maar een net om zit. “Als er alleen maar een trampoline zou zijn, dan was ik het met je eens. Maar er zijn zoveel dingen op het plein, dan is het niet echt nodig. Ik zou wel graag een tennisballenregel willen. Want ik heb heel veel tennisballen thuis. Daar wil ik mee stuiteren en overstuiteren. Maar meester zegt dat dat niet zo handig is. Want als het op onze school wel mag en op een andere school niet, dan worden de regels onduidelijk. Dat moeten ze eerst overleggen. Ik denk dat het wel kan, als we er maar goede regels voor verzinnen. Daar kan ik wel mee helpen.”

Leuker voor de bovenbouw

Mabel heeft nog meer wensen voor het schoolplein. Want ze vindt het nu heel leuk voor de kleinere kinderen, maar niet zo leuk voor de oudere. Die hebben weinig plekken om te hangen en ze willen ook graag van hoge dingen afspringen, zoals van een container. En ze wil graag een chillhuisje. “Nou, het is wel een schoolplein, geen speelpark”, zegt Ella en ze kijkt er kritisch bij: “Als er gevaarlijke en hoge dingen zijn en de kleine kinderen vallen ergens af, dan is het de schuld van de school. Maar misschien kunnen ze van de ijsbaan een plek maken die leuker is voor grotere kinderen”. Mabel leunt achterover, doet haar armen over elkaar en kijkt ongeduldig: “Die is pas in 2025 of zo klaar”. Haar blik dwaalt af en ze denkt even na. “Ik heb een beter idee”, zegt ze dan. “De kinderraad heeft op elke school een ideeënbus. We vragen gewoon of kinderen ideeën hebben om het plein leuker te maken voor de bovenbouw”. Ella knikt. Maar, voegt ze eraan toe: “Op ons vorige plein was alleen maar steen. Ik vind het al een hele verbetering”.