Skip to main content

Vakdocenten. Ze kennen alle scholen, ze geven kinderen vaak jaren achtereen les en zien onderwijsveranderingen komen en gaan. In deze serie vertellen ze waarom hun vak zo van belang is en hoe het is georganiseerd.

Sil Gaaff is 28 en woont in Den Burg. Hij werkt als gymdocent voor de Jozefschool, de Kompasschool en Vrije school Stella Maris, is eigenaar van Kitesurfschool Texel en geeft freerunles op donderdagavond. Sandra Bremer is 36 en woont en Oosterend.  Ze werkt voor De Vliekotter en De Bruinvis en geeft een uur per week bodyshape voor volwassenen in De Bijenkorf in Oosterend. “Ik denk dat je als gymdocent echt een steentje bij kan dragen aan het zelfvertrouwen van een kind en aan de sociale ontwikkeling”, zegt Sandra. Dat vindt Sil ook en hij voegt eraan toe: “Ik probeer ze plezier in bewegen mee te geven”. 

Lammetjes redden met Paw Patrol

Sil geeft les in sporthal TXL in Den Burg en Sandra verdeelt haar tijd tussen de gymzaal in de Bijenkorf in Oosterend en die in ’s Skiltje in Oudeschild. Voor wie nog nooit in deze gymzalen geweest is, dat overkomt de besten: vijf van de leden van de kinderraad kenden de zalen niet. Daarom maakten we een fotoserie, die staat verderop in dit katern. “Ik kom weinig op de scholen”, zegt Sil. “Ik geef 24 uur gym in drie dagen en alle klassen komen naar de sporthal. We zien de leerkrachten natuurlijk wel, en de andere sportdocenten. Vakcollega’s hebben is fijn, dan kun je advies vragen als er iets is met een kind of als je een les aan het uitwerken bent. Ik heb veel aan Annemarie [Nijkoops, red.].” “Dat mis ik wel eens, dat directe contact met andere vakdocenten”, zegt Sandra. “Ik zag jullie de afgelopen jaren -door corona- maar drie keer per jaar. Ik kom wel veel op de scholen. Daar probeer ik wekelijks een koffiemoment met mijn collega’s mee te doen en ik doe mee met de vergaderingen. Zo hoor ik precies wat er met kinderen aan de hand is en ik kan aansluiten bij de thema’s waar ze op dat moment mee werken. De kleuters van De Vliekotter hebben nu bijvoorbeeld het thema Boerderij. Dan doe ik dat in in de gymzaal ook. Daar helpen superhelden op de boerderij: Mega Mindy en Spiderman geven de dieren te eten. Ze komen zwaaiend aan de trapeze en springend over de kast langs alle voerbakken. Meneer Verhoef en zijn kat proberen Piet konijn en zijn vriendjes tegen te houden als ze appeltjes pikken uit de boomgaard en Brandweerman Sam moet brandjes in de stal en de hooibergen blussen. Die zijn aangegeven met rode lintjes en gaan uit door ze te raken met ballen.”

Acht klassen op een dag

Sandra schrijft elk jaar een doorlopende leerlijn uit die aansluit bij de jaarplanning op de scholen: “We beginnen met de Gouden Weken. Dat doen we voor de groepsvorming. Tijdens de spelletjes staat samenwerking centraal. Het gaat dan om welke rol ze hebben en hoe ze in de groep willen staan”. Ook Sil besteedt aan het begin van het jaar aandacht aan samenwerken, maar bij hem is de tijdsdruk iets hoger: op maandag geeft hij acht klassen van de Jozefschool les: “Dat is altijd wel beuken, in de ochtend geef ik vijf lessen van veertig minuten achter elkaar. Veel scholen hebben combinatieklassen: ik bied in een les verschillende niveaus aan. Kinderen die op turnen zitten of op gym, kunnen ook een rol als coach of jury krijgen. Voor kinderen die meer kunnen is gym in combinatieklassen best jammer. We hebben het er wel eens over gehad om de midden- en bovenbouwklassen van scholen te combineren. Dan kunnen we met meerdere docenten samenwerken en dan kunnen wél uitdaging bieden aan kinderen die daar baat bij hebben.”

Buitenlessen

“Vorig jaar heb ik de kinderen meegenomen naar de surfschool. Ik vind het belangrijk dat ze zien waar ze opgroeien: we hebben hier de ruimte om buiten te sporten. In corona-tijd, toen de sporthal dicht was, gaf ik les op de ijsbaan en op het skatepark. Ik liet ze meenemen wat ze hadden: stepjes, skateboards, skates. Later hoorde ik dat de kinderen op school ook aan het skaten waren. Dat vond ik mooi, dan vind ik dat ik echt iets heb bereikt”, zegt Sil. “Ik zou willen dat we vaker buiten konden sporten”, zegt Sandra. “Ik ben met de kinderen gaan mountainbiken in het bos, dat zou ik elk jaar wel willen doen. Maar logistiek is dat een heel geregel. Met de kinderen van De Bruinvis ga ik wel eens bootcampen op de dijk, dat lukt wel in een uurtje”.

Ruimte om te bewegen

Sil zegt: “Jonge kinderen hebben beweging nodig. Ik wil bereiken dat ze een leven lang blijven bewegen. Daar probeer ik ze handvatten voor te geven, zodat ze ook buiten de lessen om bewegen. Ik probeer talent te spotten en ze tips te geven of ze warm te maken voor een vereniging.” “Want als je lol krijgt in bewegen, dan blijf je het ook doen”, zegt Sandra. “Door te sporten leren kinderen zichzelf uitdagen, motiveren, grenzen aangeven en evalueren. Als je overal een uitdaging voor jezelf in kunt zien, dan ben je zo rijk.”