Skip to main content

Als ik mijn bewondering uitspreek voor het stressvolle werk van een kok in een chic restaurant (omdat ik zelf met grote regelmaat dubieuze maaltijden presenteer), of voor een verpleegkundige op een ambulance in een grote stad ten tijde van een pandemie, dan geven mensen als weerwoord: ‘Ja, maar jij bent juf. Dat is ook best druk.’

Ja, gelukkig maar. Nu er zoveel mensen verlangen naar hun gewone gang naar kantoor of simpelweg klanten in hun winkel, lijkt ‘drukte’ verworden tot een benijdenswaardige hoedanigheid, die is voorbehouden aan de gelukkigen met een vitaal beroep. Tot maart van dit jaar had ik hier zelfs nog nooit van gehoord, vitaal beroep. Maar het klinkt wel wakker.

Vanochtend kwamen ze binnendruppelen, stuiteren, kletsen, lachen, en twee meisjes konden bijna de spagaat. Als ze allemaal op hun plaats zitten, blijken we compleet, full house. Het voelt als de jackpot. Niet sentimenteel worden, juf. Daar is geen ruimte voor in een lokaal met achtentwintig verwachtingsvolle kinderen.

“Gaan we vanmiddag verder werken aan het Pietenhuis?” “Mogen we samen op de gang?” “Ga je verder met voorlezen?” Besmettelijk enthousiasme. Mijn koffie is inmiddels koud.

Het is een traditie dat het Sinterklaasfeest op de Vliekotter muzikaal wordt omlijst door een bandje. Kinderen vanaf groep 5 die thuis een instrument bespelen kunnen in de band, maar ook voor beginners is er wel een plekje. “Wie wil er in de schoolband? Let op: we oefenen soms in de pauze, dan kun je dus niet buitenspelen!”

Het resultaat is een eenendertig koppig orkest. Besmettelijke muzikaliteit.

Pauze. Bij toerbeurt zijn we pleinwacht.
“Juf, doe je mee?”
“Wat spelen jullie dan?”, vraag ik.
“Virus.”
“En wie is hem dan het eerst?”
“Jij juf, want jij komt er het laatst bij!”

Besmettelijk virus.

Harriet Tax

OBS de Vliekotter

 

Deze column werd gepubliceerd in de Texelse Courant van 20 november 2020.

Leave a Reply