Skip to main content

Monique van Gaalen is directeur van De Fontein en, samen met Natasja Angevare, verantwoordelijk voor De Kompasschool, beide in Den Burg. Yvonne de Jager is directeur van De Bruinvis in Oudeschild en Durperhonk in De Cocksdorp. De twee directeuren hebben samengewerkt aan een projectplan voor de besteding van onderwijsgelden die beschikbaar komen in het kader van het Nationaal Programma Onderwijs: scholen krijgen dankzij dat programma extra budget van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voor het wegwerken van vertragingen en het verbeteren van het onderwijs. 

“Elke school heeft in kaart gebracht wat er nodig is. We zijn begonnen met het verzamelen van data. Daarna hebben we gekeken naar wat we samen kunnen oppakken en welke geldstromen er nog meer zijn -geldstromen voor onderwijsachterstanden en taalontwikkeling bijvoorbeeld- zodat we projecten kunnen bundelen. We willen de middelen zo slim mogelijk inzetten, zodat alle kinderen van Texel er duurzaam van profiteren,” vertelt Yvonne. Monique vult haar aan: “De afgelopen jaren was er in het onderwijs niet veel geld. Corona heeft ons in die zin gelukkig ook iets goeds gebracht, er komen nu zowel vanuit de gemeente als vanuit het Rijk middelen vrij. Hoe mooi is het als we dat allemaal bij elkaar kunnen brengen, zodat we structurele projecten op kunnen zetten? Zodat kinderen in hun ontwikkeling door kunnen op Texel, of ze nou ondersteuning nodig hebben op cognitief, lichamelijk of sociaal vlak.” 

Een onderwijsconcept dat houdbaar is

De samenwerking die Monique en Yvonne schetsen, past naadloos in de Texelse visie op onderwijs: passend onderwijs voor alle kinderen op het eiland, zo dicht mogelijk bij huis. “Het is voor ons heel belangrijk om die samenwerking naar voren te brengen”, zegt Yvonne, “In de dorpen buiten Den Burg bestaat er nog steeds de angst dat de scholen op termijn gaan sluiten. Dat is niet aan de orde. We willen gezamenlijk een houdbaar onderwijsconcept neer zetten waarbij alle kinderen van nul tot achttien jaar krijgen wat ze nodig hebben. Daarom zijn we ook in gesprek met de voorschoolse voorzieningen, de gemeente en het samenwerkingsverband de Kop van Noord Holland, waarbinnen het primair en het voortgezet onderwijs in de regio samenwerken.”

Een doe-lab voor kinderen die met hun handen leren

Kinderen die praktijkonderwijs volgen, hoeven daarvoor na de zomervakantie niet meer af te reizen naar De Pijler, school voor middelbaar praktijkonderwijs in Den Helder. Ze kunnen de eerste twee jaar in hun eigen omgeving, met de kinderen die ze kennen lessen volgen op OSG De Hogeberg. Beide scholen zijn een intensieve samenwerking aangegaan om dat mogelijk te maken. Het is een mooi voorbeeld van een samenwerking waarbij de doelgroep centraal gezet is en waarbij in mogelijkheden is gedacht, vinden de beide directeuren. “En zo zijn er meer kinderen voor wie we onderwijs dichter bij huis willen realiseren”, vertelt Monique, “Er is een groepje kinderen dat nu vanaf hun vierde of vijfde jaar al naar Den Helder of Schagen moet reizen. Die kinderen willen we graag hier houden. We zoeken ernaar hoe we dat blijvend voor ze kunnen organiseren”. Yvonne vult haar aan: “Deze kinderen leren meer met de handen dan met het hoofd. We hebben er op Texel best een aantal die op deze manier leren. Er is al een gezamenlijke plusklas voor kinderen die extra uitdaging nodig hebben en dat werkt heel goed. Dat willen we vertalen naar deze doelgroep. In Amsterdam is daar ervaring mee opgedaan met het Doe-lab [meer informatie over het Doe-lab is te vinden in de nieuwsberichten, red.]. En we brengen in kaart welke doelgroepen er nog meer zijn waar we expertise voor kunnen regelen”.

“Dat is ons dagelijkse dilemma”, merkt Yvonne op. “We kunnen mensen opleiden en deze expertise binnenhalen. Maar we willen deze mensen structureel kunnen blijven inzetten. Dat is bijvoorbeeld aan de orde met het NT2-onderwijs, voor kinderen met Nederlands als tweede taal”. “We willen de taalspecialisten die dit onderwijs geven, zo inzetten dat ook andere kinderen die ondersteuning nodig hebben op het gebied van taal er voordeel van hebben. Bijvoorbeeld doordat deze specialisten op hun beurt weer leerkrachten begeleiden om de extra ondersteuning in de klas te kunnen bieden”, zegt Monique. 

Een kans om projecten te verduurzamen

De verantwoordelijkheid voor de verdeling van de gelden ligt bij de gemeente in samenspraak met de schoolbesturen. De directeuren hopen op een samenwerking waarbinnen snel beslissingen genomen kunnen worden. “De plannen liggen er, maar we zitten nu nog in een afwachtstand. Het zou mooi zijn als we snel kunnen handelen, door duidelijke afspraken over wie verantwoordelijk is en wie de regie mag nemen”, zegt Monique.“Vorige week had ik een gesprek met het Texelfonds,” vertelt Yvonne, ”Zij willen ook graag een bijdrage leveren. Daarmee zouden we projecten waarvoor nu tijdelijk geld is, kunnen verduurzamen. Zo kunnen we met de hele Texelse samenleving de kansenongelijkheid verminderen. Daar hebben we nu de kans voor. Het is een kwestie van verstandige keuzes maken. Laten we er met z’n allen voor zorgen dat het een warm bad is, waarin eigenlijk alles kan.”

In dit nieuwsbericht reageert wethouder Remko van de Belt op de plannen voor de besteding van de onderwijsgelden.