Skip to main content

Dries Veltkamp is dertien en Sarkar Sinjawi is veertien. Ze zitten beide in de tweede van de pro-vmboklas van OSG de Hogeberg, de klas voor praktijkonderwijs en vmbo-basis waarover ook Rob de Jong en Natasja Angevare vertellen in de rubriek Schoolleiders vertellen. Vorig jaar stonden ze elke ochtend om 6 uur op om de boot van 7 uur te halen, zodat ze op tijd op De Pijler in Den Helder konden zijn. Dankzij de samenwerking tussen de beide scholen hoeft dat niet langer: “Nu kunnen twee uur langer slapen ’s ochtends, dat scheelt écht”, zegt Dries.

“We zijn binnen vijf minuten op school. Maar vorig jaar moesten we eerst twintig minuten fietsen op Texel, dan met de boot én nog twintig minuten naar school fietsen. En dan ook met regen en kou en sneeuw. Dat waren echt lange dagen”, zegt Sarkar. “Door corona moesten we die hele reis maken voor maar anderhalf uur les. We hadden toen alleen praktijk. Nu ben ik elke dag om half 2 thuis, dat is veel beter vol te houden”, zegt Dries. Sarkar knikt instemmend. “Veel fijner,” zegt hij.

Ieder op zijn eigen niveau en tempo

Sarkar had op De Pijler een drukke klas. Voor veel vakken werkten ze op de computer. Dat werkte niet voor hem: “Ik ben flink achter gaan lopen. Kijk maar, ik loop 198 bladzijden achter op Dries”. Ze laten hun werkboeken zien, het zijn rekenboeken. Het exemplaar van Dries is bijna uit en ziet er gebruikt uit, die van Sarkar is nog heel netjes uit en nog heel leeg. “Gelukkig mogen we het nu samen maken. En meneer De Jong zegt ook dat iedereen op zijn eigen niveau en tempo werkt en hij helpt me ook, dus ik denk dat het wel goed komt”.

De middag voor praktijkvakken

De leerlingen die hun tweede jaar praktijkonderwijs volgen, zijn verdeeld over twee klassen. Het zijn er vier in totaal. In die klas zitten ook brugklasleerlingen van de Pijler en brugklasleerlingen vmbo-basis van OSG de Hogeberg. Sarkar legt uit hoe schooldag eruit ziet: “We beginnen elke ochtend met een klein gesprekje en dan nemen we de planning door. Dan gaan we drie keer een blok van 50 minuten werken. ’s Middags hebben we praktijkvakken”. “Op De Pijler hadden we één leraar voor alle vakken. Nu hebben we voor elk vak een andere. Daar moest ik wel wennen. Je moet dan maar net een goede klik hebben met iemand.”, zegt Dries. “Ik vind het juist veel fijner”, zegt Sarkar, “Doordat je steeds een ander hebt kun je ook telkens net op een andere manier leren”. 

In elk geval niet op een school

Dries is handig met fietsen, hij heeft zijn eigen fietsen al een paar keer gerepareerd. Hij is ook goed in techniek, rekenen en Nederlands, vertelt hij. Wat hij wil worden weet hij nog niet. Sarkar is goed in Engels en burgerschap en wil later in de zorg werken, kapper worden of iets met techniek gaan doen. Volgend jaar, in hun derde jaar, gaan ze voor sommige praktijkvakken terug naar De Pijler. Ze hopen dat ze de theorie gewoon op de OSG kunnen blijven doen. Op de overige dagen lopen ze stage en dat kan gelukkig ook op Texel. Ze weten nog niet in welke sector ze dan aan de slag willen, maar Sarkar weet wel alvast dat hij niet in het onderwijs wil. Dries is het met hem eens: “Meester worden lijkt me niks. Ik zal blij zijn als ik klaar ben met school, dan ga ik er niet voor mijn werk weer naartoe”. 

Nieuwe telefoons gaan sneller stuk

Het gesprek gaat over op telefoons. Dries heeft net een nieuwe. “Ze gaan tegenwoordig veel sneller stuk”, merkt hij op, “Weet je nog van jouw oude telefoon?” Sarkar lacht. “Ja, die was gevallen! Hij ging meters de lucht in en landde op z’n achterkant. En wat denk je? Hij deed het nog gewoon!”.

In dit filmpje wordt uitgelegd hoe het praktijkonderwijs eruit ziet op OSG De Hogeberg.