Skip to main content

“Mijn cavia is gisteren overleden.” Het is maandagochtend half negen en ik moet meteen even schakelen. Normaal gesproken bewaren we de weekendverhalen tot de pauze. Ik dacht dat Lucas een vraag had over de les cijferend optellen waarmee we net willen starten. 

De leerlingen hebben hun Chromebooks, schriften en potloden op tafel klaarliggen terwijl Lucas vertelt. Ze vonden de cavia dood in zijn kooi. Het was heel zielig. Er gaat meteen nog een vinger de lucht in. Floris vertelt dat zijn cavia ook dit weekend is overleden. Er gaan nog drie vingers de lucht in. Ik denk aan de strakke planning. We hebben dit jaar een nieuwe rekenmethode: de leerlingen werken op de Chromebooks. Deze eerste weken heeft mijn combinatiegroep moeite om de lesstof binnen de tijd af te krijgen. 

De beurt gaat naar Nora. Haar cavia is vorige week overleden, dus ze begrijpt wat Lucas meemaakt. Hoe je als leerkracht omgaat met de leerlingen zet de toon voor de sfeer in de klas. Juist op deze momenten. Luisteren, aandacht voor elkaar en een positieve houding vormen de basis om les te kunnen geven. Lieke vertelt dat haar cavia twee maanden geleden is overleden. Ze hebben al een nieuwe. 

Ik wissel een blik met de onderwijsassistent. Die staat achterin de klas te wachten om een leerling mee te nemen voor extra instructie. Ik zie aan de twinkeling in haar ogen dat ze benieuwd is hoe ik het onderwerp richting cijferend optellen denk te gaan sturen. Quinn zegt dat zijn cavia ook dood is: hij ligt begraven in de tuin van oma. Voordat het gesprek een wending neemt naar oma’s maak ik een opmerking over dat er wel veel cavia’s zijn overleden in onze klas. De onderwijsassistent onderdrukt een lach, er zijn geen vingers meer omhoog en ik kan starten met de rekenles. Fantastisch werk, onderwijzer zijn. 

De column Uit de school geklapt wordt geschreven door leerkrachten en schoolleiders en wordt wekelijks gepubliceerd in de Texelse Courant. Deze column, van Bas Neutkens van groep 6 en 7 van de Jozefschool, verscheen op 15 oktober.