Skip to main content

Mira de Vos en Widalson de Wit zitten in klas 4 van Vrije school Stella Maris in Den Burg. Klas 4 is hetzelfde als groep 6, vertellen ze. Vanmiddag spelen ze de voorrondes van het uni-hockeytoernooi in de sporthal, Widalson met zijn team Noedeltosti en Mira met M.A.M., de eerste letters van de namen van de meiden in haar groepje. Er kunnen teams van alle scholen meedoen en het wordt spannend, want als ze winnen, gaan ze door naar de finales. Maar eerst nog de schooldag, eerst nog dit interview: ze hebben genoeg te vertellen. Over hoe een dag op hun school eruit ziet en over straks, op de nieuwe school.

Geen smileys sturen

“We hebben Chromebooks, sinds corona”, zegt Widalson, “Want als er weer een lockdown komt, dan kunnen we thuis zelf inloggen en dingen typen. Maar je mag geen smileys sturen of het is gelukt!!!, want dan gaat iemand anders dat ook doen en dan weer iemand anders en dan kun je je niet concentreren”. Voor de kinderen is dat een overgang, vertelt meester Gerard: “We werken volgens de vrijeschoolpedagogiek en hechten waarde aan het fysieke aspect van leren: aan leren door te bewegen, door muziek te maken en door handvaardigheid. Na de eerste lockdown hebben we als team snel de overgang weten te maken naar digitale lessen, zodat de kinderen thuis onderwijs konden volgen. “Want de eerste keer ging iedereen op een telefoon of een Ipad van thuis, dat was niet zo handig”, legt WIdalson uit. De Chromebooks zorgen nu voor vloeiende overgangen tussen het klaslokaal en thuis, maar voor de leerkrachten van Stella Maris blijft het zaak om een goed evenwicht tussen techniek en echte nabijheid te zoeken, benadrukt Gerard: “Want onderwijs blijft gelukkig mensenwerk en leren ontstaat in de interactie tussen mensen, daar geloven wij stellig in”. “Één keer ging er een laptop stuk”, vertelt Mira. Widalson weet er alles van, want het was zijn broertjes laptop: “Er werd iemand boos en die sloeg heel hard de laptop dicht, maar de hand van mijn broertje zat er nog tussen”. Gelukkig kregen ze geen straf, zegt Mira: “Want het was een ongeluk, het ging niet expres. Hij heeft nu weer een nieuwe”.

Het is eigenlijk spelling en rekenen

“Soms hebben we quizles!” Mira zegt het opgetogen. “Dat is heel leuk!”, vindt Widalson ook, “Soms ben je dan een dier, bijvoorbeeld een T-rex of een haai. Of er zijn sommen of iets van Disney en dan hoor je iedereen om je heen roepen en dan wil je écht winnen”. Hij zegt het met nadruk, zijn stem wordt er vanzelf ook luider van en hij is naast de tafel gaan staan. Net als bij tafeljoggen, bedenkt hij zich: “Dan moet je joggend de som zeggen”. Mira veert ook overeind: “En als je Snoep! hoort, moet je mmmm zeggen. En bij Brug! moet je duiken”. Ze doen het allebei tegelijk, met een sierlijke beweging. “Het is eigenlijk gewoon allemaal spelling en rekenen, maar meester Gerard noemt het zo en dan klinkt het leuker”, zegt Mira.

Het lijkt wel The Sims

Ze hebben allebei nog niet zo’n zin om naar de Skool te gaan. “We hadden een betere naam bedacht: Het Bijennest. Of het Wespennest, dat hadden we later met de Jozefschool bedacht”, vertelt Widalson. Mira zegt: “Ik snap niet waarom alle scholen samen moeten, want het is toch zo al goed?”  “En de nieuwe school is ook zo grijs, terwijl de OSG gekleurd is”, vindt Widalson. “Op dat bord dat voor het gebouw staat lijkt het wel The Sims, met die poppetjes ervoor”. “Onze school is best wel anders”, zegt Mira. “Soms schaam ik me er weleens voor”, zegt WIdalson. “Maar de andere kinderen zijn misschien ook weer jaloers op ons. Want we doen veel meer actieve dingen en we hebben hele toffe pauzes”. Dat vindt Mira ook: “We doen houtbewerking en handenarbeid en euritmie en we spelen in de pauze een spel met landen en hutten”. Widalson knikt: “En we kijken soms een film, zoals toen we als thema de Romeinen hadden. Toen keken we Asterix en Obelix.”

Het kan ook wel leuk worden

Het is even stil en dan ziet Mira er toch wat licht in: “Het kan ook wel leuk worden. Dat het gebouw zo groot is, is leuk. Het voelt al een beetje als de OSG”. “En dat er zoveel kinderen van andere scholen zijn, dat kan ook leuk zijn. Kinderen van basketbal, daar zit ik op”, vindt Widalson toch ook. “Ook kinderen van freerunnen, daar zit ik op”, zegt Mira. “Wat gebeurt er eigenlijk met dit gebouw? Toch geen parkeerplaatsen, he?”, vraagt Widalson. “Want ze maken overal parkeerplaatsen van!” Mira’s stem klinkt verontwaardigd. “Ook al waar de gymzaal stond”. Widalson schudt zijn hoofd: “Ik vind huizen ook niet leuk. Alleen als het voor gehandicapten is, dan vind ik het wel goed”.