Skip to main content

Leerplichtambtenaar Danielle van der Feen is 45 en ze is op Texel geboren en getogen. Tegenwoordig woont ze in Wieringerwaard. Ze nam eind vorig jaar de functie over van Ilse Tolhuijs: “Ik werkte voor de afdeling Jeugdhulp voor het Sociaal Team van de gemeente. Mijn doelgroep was pubers en daardoor trok ik veel met Ilse op. Zo leerde ik het vakgebied kennen en werd mijn interesse gewekt. Mijn ervaring in de jeugdzorg helpt, een kind komt niet zomaar bij de leerplichtambtenaar terecht. Ik probeer te achterhalen wat er achter het gedrag zit en tot maatwerk te komen”.

Open, begripvol en streng als het moet

Danielle heeft een lange loopbaan in de jeugdzorg. Ze werkte op behandelgroepen, in de gesloten jeugdzorg, als gezinsvoogd en in de reclassering. Toen de uitvoering van de jeugdwet in 2015 van het Rijk naar de gemeentes verplaatst werd, ging ze voor verschillende gemeentes in de Noordkop werken. “Uiteindelijk wilde ik heel graag terug naar Texel, om dichter bij mijn vader en mijn zus te kunnen zijn”. Danielle put niet alleen uit haar professionele ervaring. Zelf deed ze mavo op de toenmalige RSG en ze was geen makkelijke leerling. De jaren op de middelbare school gingen met horten en stoten. Soms gebruikt ze die ervaringen in de gesprekken die ze voert. Het werkt om open en begripvol te zijn, zegt ze, want nogmaals: kinderen zijn niet zomaar ongeoorloofd afwezig. “Ik gooi er graag humor in. Maar ik kan ook streng zijn als het moet. Sommige kinderen hebben het nodig om consequenties te ervaren voor ze in staat zijn te handelen”, zegt ze en ze kijkt er beslist bij. Daniëlles vader werkte op het LBO en ze had haar schoolkeuze zo gemaakt dat ze hem niet tegen zou komen. In het tweede jaar gebeurde dat alsnog, want beide scholen fuseerden en werden samen OSG de Hoge Berg. Ze lacht: “Het bleek best mee te vallen hoeveel last die ik daarvan had”. Uiteindelijk werd haar vader directielid en was hij onder andere verantwoordelijk voor de examens: “Dus toen ik slaagde, mocht hij zijn handtekening onder mijn diploma zetten. We waren allebei zó trots. Dat diploma koester ik”.

Twintig verzuimuren, veertig uur inhalen

Danielle legt uit hoe een leerplichtambtenaar werkt. Het leeuwendeel van haar werk bestaat uit verzuim van middelbare scholieren, maar ook de basisscholen vallen onder haar verantwoordelijkheid: “Daar gaat het vaak over verlofaanvragen en over luxe-verzuim: ouders die op reis gaan buiten de reguliere schoolvakanties. Soms word ik betrokken bij kinderen die langdurig ziek zijn en bij passend onderwijs-arrangementen. (dit komt later terug). Iedereen die nog geen 18 is, komt bij mij  terecht als ze langdurig ziek zijn of om andere redenen te veel lessen missen”. Kinderen en jongeren zijn leerplichtig tot ze achttien zijn of een startkwalificatie hebben. Een startkwalificatie heb je als je een diploma havo of vwo hebt of een mbo-opleiding op niveau 2 en hoger: “Als een jongere ongeoorloofd verzuimd, gaat het met de coach in gesprek. We geven dan in eerste instantie de kans om het verzuim in te halen. De verzuimuren worden dan verdubbeld: twintig uur afwezig is veertig uur inhalen. Een enkele keer geef ik meteen een officiële waarschuwing. Als een jongere al in een hulpverleningstraject zit, kan ik ook besluiten dat zorg voorrang heeft. Als er nog geen hulp is, maar ik vind dit wel nodig, dan kan ik doorverwijzen. Dat gebeurt op vrijwillige basis. Als het verzuim blijft oplopen, wordt een DUO-melding gedaan”. DUO staat voor Dienst Uitvoering Onderwijs, waar verzuimgedrag in een landelijk register wordt bijgehouden en teruggekoppeld aan de gemeente waarin de leerling staat ingeschreven. “Als een officiële waarschuwing geen effect heeft, maak ik proces verbaal op en volgt er een sanctie van bureau HALT”. Twee medewerkers van het bureau zijn gekoppeld aan Texel. “Vaak vraag ik ze om ook te kijken naar de hulpvraag. De meeste jongeren krijgen een schrijfopdracht. Zo krijgen ze inzicht in hun eigen gedrag. Het eindigt met een excuus-gesprek op school en dan is het positief afgerond. Als ook dat niet lukt, moet ik opnieuw proces verbaal opmaken en dan gaat het naar het Openbaar Ministerie voor een strafrechtelijke procedure. Wat er daarna gebeurt, beslist de kinderrechter”.

Een moeilijke tijd

Gelukkig komt het maar weinig voor, de meeste kinderen komen met wat hulp zo’n moeilijke fase wel weer uit. Op Texel is iedereen bereid daar over mee te denken en om heel ver te gaan, zegt ze: “Dat waardeer ik enorm. Ik denk dat mijn voorganger Ilse de grondlegger is van die goede verhoudingen. De tijd dat we kinderen in hokjes stopten en hielden, is voorbij. “Ik hoop dat het ons lukt zorg en school steeds meer te integreren. Dat we niet alleen naar de wet kijken, maar ook naar waar het gedrag vandaan komt en wat we kunnen doen om te helpen. Want de tijd waarin deze kinderen leven ís ook moeilijk, met alle maatschappelijke ontwikkelingen en de druk van sociale media”.