Skip to main content

Sima is 10 en zit in groep 6 van de Jac. P. Thijsseschool. Danie is 8 en zit in groep 5. Ze zit op tennis en ze gaat soms zwemmen. “Voor mijn C-diploma”, licht ze toe. “Ik ging ook zwemmen voor mijn A en B, maar nu ben ik er wel klaar mee”, zegt Sima. “Ik deed ook turnen, maar toen ging de sporthal weg en toen wist ik niet zo goed waar de nieuwe was. Nu weet ik dat wel, want daar hebben we ook gym, maar nu wil ik niet meer turnen”.

Wieltjesdag

“Duurt dit lang?” vraagt Danie. Ze zit op het puntje van haar stoel. Het is de jaarlijkse wieltjesdag, één van de Thijssechool-typische feestdagen en op zo’n dag is het best moeilijk om de aandacht bij een gesprek te houden. Nu is het half 10. Al heel snel is het pauze en na de pauze gaan de midden- en bovenbouw naar het skatepark. De gangen van de school staan vol met stepjes en onder de kapstokken liggen skeelers en rolschaatsen. Sima heeft skeelers mee en Danie een step. “Ik durf wel van de kleine hellinkjes, maar niet van de ramp. Die is echt superhoog”, zegt Sima. Danie durft het ook niet, maar haar broer uit groep 7 wel. “Hij kan ook grinden langs die buis die aan de bovenkant van de ramp zit”.

Plattegronden

“Ons thema is nu plattegronden en kaarten”, zegt Danie. Sima legt het uit: “Dan heb je zo’n kaart en dan kun je alles van bovenaf zien. Soms moet je zelf een plattegrond tekenen. Van de klas ofzo.” “Misschien ook van school of van een stad of waar je woont, we hebben nog maar één les gehad”, zegt Danie. Het leukst aan school vinden ze spelen in de pauze. Sima gaat soms voetballen en soms tafelen, een spel waarbij kinderen de bal op de tafeltennistafel in beweging moeten houden. Danie speelt een spel dat ze samen met een vriend bedacht heeft. “Dan zijn we in de jungle en daar overleven we. Er is ook een school en daar gaan we soms naar toe.” Op het plein van de Thijsseschool zijn bomen en er is een hut. Ze vraagt zich af dat er straks op het plein van de Skool ook nog is: “Ik heb niet zo’n zin. Omdat deze school mooier en leuker is.” “Het gaat daar zo druk worden. Straks zeg ik hoi en dan zegt niemand iets terug”, zegt Sima bezorgd. Ze bekijken de plattegronden van het nieuwe plein en de nieuwe school. “Er zijn best veel dingen die we nu ook op ons plein hebben. Nu ik dit gezien heb, lijkt het me wel iets leuker,” zegt Danie. Sima vindt dat ook: “Onze klassen zijn gelukkig bij elkaar, dan hoeven we niet te zoeken in zo’n heel groot gebouw. En het plein is heel groot. Ik hoop dat we snel een keer mogen kijken”.

Dolfje Weerwolfje

Ze vertellen hoe een normale schooldag eruit ziet. “Als we op school komen, gaan we soms eerst lezen en soms gaan we automatiseren”, zegt Dani. “Of we doen rekenen en spelling, in elk geval twee dingen en daarna gaan we naar buiten en daarna mogen we soms Donald Duckies lezen”, zegt Sima. “Ik vind Dolfje Weerwolfje leuk. Nu lees ik Griezelwielen”, zegt Danie. Sima heeft ze niet gelezen, maar ze heeft wel de film gezien en die was ook leuk”.

De school is zo vertrouwd

“Ik wil dit gebouw wel kopen”, zegt Danie. “Voor één euro. Of vijftig cent. Dan heb ik echt heel veel ruimte”. Sima ziet dat ook wel zitten, want de school is zo vertrouwd. Ze zou haar vader en haar moeder en haar drie broertjes meenemen: “Mijn kleinste broertje is nog maar vier maanden. Hij trekt altijd aan mijn haren.” Danie zou ook haar familie meenemen. En dan mogen andere kinderen op het schoolplein komen spelen. “Hoeveel kinderen gaan er eigenlijk naar de nieuwe school? Negenhonderd? Of duizend?” ,vraagt ze, met één been al naast haar stoel. Het zijn er zeshonderd, maar ze wacht het antwoord niet af. Op de gangen klinkt het geroezemoes van kinderen die fruitbakjes pakken. De pauze is begonnen.