Skip to main content

De overheid heeft geld beschikbaar gesteld om achterstanden die ontstaan zijn door corona in te lopen. De gemeente heeft geld beschikbaar gesteld om taalachterstanden in te lopen. Ook vanuit het Samenwerkingsverband Kop van Noord-Holland, de samenwerkende basisscholen, zijn budgetten beschikbaar.“We zien dit echt als een kans. We moeten de gelden vanuit het Nationaal Plan Onderwijs, het geld dat bij de overheid vandaan komt, binnen vier jaar besteden. Maar dankzij de andere geldstromen, kunnen we dat wijs doen. We stoppen het in projecten die we al langer van de grond willen tillen en die een duurzaam effect hebben op ons onderwijs, niet een eenmalige impuls”, zegt Monique van Gaalen. 

Ambitie waarmaken

“We willen het geld gebruiken om onze ambitie waar te maken”, zegt ze. Monique is directeur van De Fontein, voorzitter van de Scholengroep Texel, contactpersoon voor de Taalklas Texel en ze coördineert het Projectplan ondersteuningsaanbod inclusief onderwijs. In dit plan zijn tien deelprojecten opgenomen, zoals Taalklas Texel, de organisatie rondom logopedie, de warme overdracht van voorschoolse voorziening naar onderwijs en ouderbetrokkenheid. De ambitie waarover ze het heeft is passend onderwijs voor alle leerlingen op Texel, waarbij talenten, mogelijkheden en vaardigheden van ieder kind worden herkent, erkent, gewaardeerd en benut. De negen Texelse basisscholen werken daarvoor samen met de gemeente, de kinderopvangorganisaties, met onderwijsondersteunende diensten zoals logopedisten en orthopedagogen en met scholen in de regio.

Leerlingenpopulatie in kaart

De plannen komen ten goede aan Texelse kinderen van twee tot twaalf jaar die net iets extra’s nodig hebben om hun talenten te kunnen benutten. In de toekomst wordt het aanbod uitgebreid naar alle nul- tot achttienjarigen op het eiland. In de eerste van de tien deelprojecten wordt daar al op voorgesorteerd: Er wordt een systeem ontwikkeld waarmee de leerlingenpopulatie in kaart wordt gebracht en gehouden: Welke onderwijsbehoeften hebben ze? Welke trends zijn er? Welke expertise is er al en welke nog niet? Wie kunnen we opleiden? “Deze vragen willen we kunnen beantwoorden, zodat we voorbereid zijn op wat een kind nu en in de toekomst nodig heeft en er geen kennis verloren gaat”, vertelt Monique. “We vinden dat elk kind onze gezamenlijke verantwoordelijkheid is en willen het onderwijs zo organiseren dat een kind straks alleen nog van het eiland hoeft als het echt niet anders kan”

Kennis behouden en ontwikkelen

Om dat mogelijk te maken wordt ingezet op expertise ontwikkelen en expertise delen. De gelden vanuit het Nationaal Plan Onderwijs  zijn bedoeld om door corona ontstane onderwijs- en sociaal-emotionele achterstanden in te lopen, die vanuit het gemeentelijke achterstandsbeleid voor het inlopen van taalachterstanden. Maar de inzet is veel breder: “We hebben nu bijvoorbeeld een aantal leerkrachten opgeleid om kinderen met Nederlands als tweede taal te begeleiden. Zij zetten die kennis in om vragen van alle groepsleerkrachten te beantwoorden, voor het ontwikkelen van lesprogramma’s en om te adviseren over de ondersteuning die eventueel nodig is. Zo zorgen we ervoor dat kennis niet verdwijnt omdat iemand een andere baan accepteert of omdat de financiering stopt, maar dat die behouden blijft en doorontwikkeld wordt. En de ervaring die we opdoen, beperkt zich natuurlijk niet tot taalonderwijs, die kunnen we ook gebruiken voor andere onderwijsbehoeften.”

Pro-actief passend onderwijs organiseren

De scholen werken samen met de kinderopvang en de onderwijsondersteunende diensten aan wat ze noemen een warme overgang: “Als kinderopvangmedewerkers signaleren dat een kind achterblijft in de ontwikkeling, overleggen we op dat moment wat we kunnen doen om een achterstand te voorkomen. We kunnen dan ook alvast vooruitkijken naar wat het kind aan ondersteuning nodig heeft als het straks naar school gaat, zodat het zich optimaal kan ontwikkelen. Zo kunnen we pro-actief passend onderwijs organiseren”.

Iets goeds overhouden aan corona

Zo hopen de scholen een flinke sprong voorwaarts te kunnen maken. “Als we dankzij deze financiële impuls vaart kunnen maken met passender onderwijs en er meer ruimte komt voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen, kunnen we achteraf hopelijk zeggen we iets goed hebben overgehouden aan corona”, besluit Monique met een glimlach.