Skip to main content

Vajisa Shanmuganathan en Maryse James zitten in groep 7 van De Fontein. Ze zijn allebei elf. Sinds kort zitten ze in de Skool aan de Emmalaan en daar hebben ze het naar hun zin. “Het leek eerst heel klein, maar nu er spullen staan, vind ik de klas heel mooi. En het is supergezellig dat er veel meer kinderen zijn om mee te spelen”, zegt Vajisa. “Kinderen uit de speeltuin in de buurt bijvoorbeeld”. Dat vindt Maryse ook.

Picknicken op de ijsbaan

Ze kennen dezelfde kinderen uit dezelfde speeltuin: “Want we wonen ongeveer vijf minuten van elkaar. Sommige kinderen ken ik ook bijvoorbeeld omdat mijn ouders vrienden zijn met de ouders van die kinderen. En nu spelen we op hetzelfde plein en dan denk ik: hé, die is best leuk om mee te spelen”. Omdat het schoolplein nog niet helemaal af is, spelen ze soms op de voormalige ijsbaan aan de overkant van de straat. “We hebben er een keer gepicknickt, dat was echt superleuk”. Vajisa kijkt er stralend bij. “En gevoetbald”, valt Maryse haar bij. “Nou ja, het was meer pak de bal af”.  Ze grinnikt. Soms spelen ze op hun oude plein. “In de grote pauze. Dan nemen we onze rugtas mee en lopen we er met juf en de hele klas naartoe.”

Georganiseerde chaos

Vajisa zit in de kinderraad. Daarin zit van elke school één leerling. Maar Maryse is haar wingman en ze mag wel eens mee: “Want je kunt echt het verschil maken voor je school. Je kunt dingen veranderen en beter maken. Wat ik op de Skool wel een pluspunt vind, is dat er frisse wc’s zijn. En dat ons lokaal met de spullen erin zoveel groter lijkt”. Vajisa vindt de kleur die De Fontein gekozen heeft zo mooi: “Het is echt een hele mooie kleur blauw. Ik houd heel erg van kleuren”. Dat zie je aan haar outfit. Vandaag draagt ze groen. Een groen jasje, een groene jurk, een groen sjaaltje en een groene bloem in haar haar. “Ik houd van alle kleuren, maar nog het meest van zo’n diepe, warme donkerrode kleur. En ik houd van buitenspelen”. Maryse houdt van tekenen. “Pas heb ik een tijger gemaakt op zwart papier. Die was heel goed gelukt”. Ze heeft de tijger ook op haar hand getekend, laat ze zien. Die is al een beetje vervaagd, maar je kunt nog zien dat het een mooie tijger was. “Ze tekent echt altijd. Ook in de klas. Ik teken ook wel eens. Ik kan het niet zo goed als Maryse, maar soms wordt het ineens heel mooi”. “Weet je wat vervelend is?” Maryse trekt een zuur gezicht. “Dat je iets heel moois hebt gemaakt en dan lukt het de volgende keer totaal niet”. Ja,dat heeft Vajisa ook wel eens: “Dan lukt het rechteroog echt perfect en de linker gaat dan helemaal mis”. “Maar het is wel altijd fijn, het geeft zo’n trots gevoel als je iets echt zelf gemaakt hebt”, vind Maryse. Op haar kamer ligt het vol met tekenspullen. Maar ze weet precies waar alles ligt, het is georganiseerde chaos. “Als ik mijn kamer op moet ruimen, dan kan ik niks meer vinden. Dan ben ik bijvoorbeeld een schaar kwijt en dan moet ik zoeken en dan wordt m’n kamer meteen weer een troep.”

Afscheidsfilm

De kinderen van De Fontein hebben met z’n allen een afscheidsfilm gemaakt van het gebouw. Die is in z’n geheel te bekijken op www.texelsonderwijs.nl/afscheidsfilm. Elke klas maakte een stukje. De klas van Vajisa en Maryse haalde herinneringen op: “De mijne was dat we met groep 7 en 8 op kamp gingen. Dat was zo leuk. Toen gingen we ons verstoppen in het bos”, vertelt Vajisa. “Oh ja! Dan moest je iemand zoeken en heel stil zijn. Mijn herinnering was ook aan het kamp. En dat ik vier jaar achter elkaar bij dezelfde juf zat, bij juf Gerda. Dat was zo leuk. Nu kan ik uren met haar kletsen”.

De antipestclub

Vajisa en Maryse hebben tot slot nog een tip. “We hebben een antipestclub. Dat is een assistentieteam voor op het schoolplein. Twee jongens en twee meisjes”, legt Maryse uit. “We hebben nu een gewoon hesje, maar we krijgen er één waarop staat antipestclub. Als kinderen gepest worden, kunnen ze naar ons toekomen en dan proberen we het op te lossen. Dan vragen we eerst: door wie wordt je gepest? En dan gaan we diegene erop aanspreken. We vragen: waarom pest je? Daarna gaan we met de gepeste en de pester samen praten”, zegt Vajisa. “We hebben het zelf bedacht. Of eigenlijk Joaz, een jongen uit onze klas. Juf vond het een heel goed idee, dus toen hebben we het opgericht”.